Een man die naar het buitenland gaat en zijn drie dienaars opdraagt zijn geld te beheren tot hij terug is. Aan de eerste dienaar geeft hij vijf talenten, aan de tweede geeft hij er twee en aan de derde een. Daarna vertrekt hij en gaan de dienaren aan de slag.

Na een tijd komt de man terug. Hij roept zijn dienaren bij elkaar om te horen wat ze met het geld hebben gedaan. De eerste heeft het geld geïnvesteerd en van zijn vijf talenten er tien gemaakt. De meester prijst en beloont hem. De tweede heeft eveneens het geld geïnvesteerd en van zijn twee talenten er vier gemaakt. De meester prijst en beloont hem eveneens.

De derde zag er geen nut in om zijn talent te gebruiken. Al helemaal niet om het nadien weer aan zijn meester af te geven. Hij heeft zelfs zijn talent begraven, omdat hij bang was dat hij het anders kwijt zou raken en hiervoor gestraft zou worden. Hij graaft het talent op en geeft het terug. De meester zegt hem dat hij een slechte, luie slaaf is en geeft zijn deel aan degene die al tien talenten heeft. De onnutte knecht wordt buitengeworpen, ‘waar men jammert en knarsetandt’.

De parabel van de 3 dienaren en hun talenten. Heb jij hem even laten bezinken? Wel, als kind had ik hier al het gevoel bij dat het niet over een betalingsmiddel ging dat toevallig ‘een talent’ noemde. Ik vond het juist een heerlijk idee dat het verhaal juist wél zou gaan over wie wie zijn en wat we goed kunnen. Over de acties die we moeiteloos kunnen doen. Eindeloos plezier aan kunnen hebben. Hek, we kunnen het de hele dag doen zonder op de klok te kijken én zélfs zonder moe te worden.

En als je die draai aan het verhaal geeft, wat zegt het je dan? Gebruik jij je talenten in je leven? Dag in dag uit? Of kijk je er naar uit om op een dag dat ene te gaan doen wat jou blij maakt? Of is dat iets wat je vroeger kon doen als kind en mag dat niet meer als volwassene? Of weet je zelfs niet meer wat je talenten zijn?

Even terug naar de parabel dan. Want blijkbaar rendeert het wel als je je talenten gaat inzetten. Je wordt er zelfs voor geprezen en beloont als je ze gebruikt in de wereld. Maar blijkbaar kun je ze niet wegstoppen, want dán zou je pas écht lui zijn. Dán heb je pas slecht gewerkt als slaaf. Je gaat zelfs naar een plek waar je wegkwijnt met een knagend gevoel. Het gevoel dat er meer had kunnen zijn in je leven. Dat je écht gelukkig had kunnen zijn.

Ik vind het zelfs frappant dat men in de hele tekst verwijst naar ‘dienaren’, maar bij de ‘slechte’ dienaar zelfs het woord ‘slaaf’ gebruikt. Van wie ben jij slaaf? Wie belet jou om je talent te gebruiken? Stop jij je talent in de grond omdat je er beschaamd voor bent? Omdat je bang bent wat anderen van je gaan vinden als je dit talent naar buiten zou brengen? Als je laat zien wie je bent? Als je tevreden bent met het toneel van je leven moet je zeker niets veranderen. Maar wat als je zélf het script zou kunnen schrijven? Je publiek en je tegenspelers zullen dan wel veranderen naar mensen die ook leuk vinden wat jij doet. Die willen horen wat jij te vertellen hebt. Die willen wat jij doet. Interessant toch?

Als je bang bent dat anderen met je talent kunnen gaan lopen, bedenk dan dit: Vanaf de moment dat jij in al je passie je talent begint te gaan gebruiken, ben je al aan het groeien. Niemand die jou kopieert zal in jou pad kunnen volgen. Omdat het jouw unieke pad is. Iemand die trouwens alleen van anderen kopieert gaat nooit de top kunnen bereiken. Alleen tijdelijk proeven van het succes. Ze kunnen niet vernieuwen en genieten zoals jij van je talent geniet. Dat kan niet als je niet bereid bent om het werk te doen om te onderzoeken wie jij bent en wat jouw talenten zijn. Jij gaat altijd de dingen anders gaan aanpakken. Geloof in het proces. Geloof in jezelf! En leer jezelf jezelf aan om dingen te doen die je zelfs eng vind om te doen. Dingen zelfs op dit moment onmogelijk lijken om te bereiken.

Maak dat van jouw talenten uiteindelijk een hele schatkist gevuld is. Want dan wil dat zeggen dat jij ook helemaal vrolijk en opgeladen door het leven gaat. Dan heb je voldoende energie over om er ook te zijn voor anderen. Dan heb je energie over om ook dingen te doen die je minder goed liggen. Die dingen die je meer energie kosten om te doen.

Het heerlijke aan Qigong is dat je leert om naar jezelf te kijken, diep van binnen. En zo tot de kern komt wie je wil zijn en waar je voor wilt staan. Nu. Vandaag. In dit moment. Niet lang geleden toen anderen het nog goed vonden dat je in die ‘faze’ zat. Niet ooit op een dag als je ooit tijd en geld ervoor hebt. Ben je NU gelukkig?